Natuur in de Wijk

Woensdag 14 september 2016

Vogels en vleermuizen eten heel wat insecten, ook insecten die wij juist lastig vinden zoals muggen. Vlinders en bijen bestuiven de hele dag door bloemen, waardoor wij weer groente en fruit kunnen eten. Daar hoeven wij (bijna) niets voor te doen. Heel logisch dus dat soortenrijkdom zorgt voor evenwicht tussen planten, dieren en mensen. Dat moeten we zo zien te houden.

Al snel verstoor je het evenwicht als je insecten bestrijdt. Reden te meer om precies-passende maatregelen te nemen (als dat nodig is): duurzaam en goed voor plant en dier. Een natuurlijke, leuke en grote uitdaging om echt bij te dragen aan biodiversiteit.

Gelukkig vinden de meeste mensen zoveel levendigheid in tuin en wijk gewoon ook mooi. Daarom hangen deelnemers aan Natuur in de Wijk nestkasten op, planten ze hagen, vlinderstruiken en besdragende struiken en plaatsen ze insectenhotels. 

Met elkaar realiseren we huisje, boompje, beestje voor vleermuis, huis- en gierzwaluw en huismus. Goed bezig!

Vleermuizen

Er hangt liefde in de lucht. Letterlijk, want het is nu de paartijd van vleermuizen. Ook van de soort die in de buurt van onze huizen het meeste voorkomt, de Gewone Dwergvleermuis.

De vrouwtjes hebben afgelopen maanden hun jongen grootgebracht in zogenaamde kraamverblijven. Die zitten in de wat grotere ruimtes in muren en daken; onze vleermuiskasten zijn daar te klein voor, . Voor de mannetjes, die deze periode afgezonderd leven van de vrouwtjes en jonge vleermuizen, zijn de vleermuiskasten juist wel geschikt.

Nu de jongen groot zijn zoeken de mannetjes en de vrouwtjes elkaar weer op. De mannetjes vliegen, elk in een eigen gebiedje, luid roepend rond om vrouwtjes te lokken en te verleiden tot paring. De paring gebeurt in de verblijfplaats van het mannetje en deze plek wordt dan ook wel een paarverblijf genoemd. Ook vleermuiskasten kunnen dienen als paarverblijf. Dus de kasten die u opgehangen hebt kunnen zelfs nu nog in gebruik worden genomen.

Dat een kast gebruikt wordt valt nauwelijks op. Tenslotte vindt de meeste activiteit plaats in de nachtelijke uurtjes, als wij al lang op één oor liggen. Hoewel de mannetjes heel hard roepen zijn de geluiden door de hoge toon nauwelijks door het menselijk oor te horen. Vooral jonge oren maken nog een kans om de schelle sjirpende geluiden te horen.